No dig oftewel nooit meer spitten:
(moes)tuinieren zonder bodembewerking
– Klik op een afbeelding voor een vergroting (indien beschikbaar). –
Nooit meer spitten. Feitelijk: zo goed als geen enkele bodembewerking uitvoeren, anders dan soms wat schoffelen, zaaien, planten en oogsten. Kan dat? Hier? Op onze grond? Ja, dat kan. Op elke grond. Er zijn voldoende voorbeelden van mensen die dat in ons klimaat en daarbuiten en op allerlei soorten bodems al vele tientallen jaren met veel succes doen.
Maar hoe werkt dat dan? En waarom doen (nog) zo weinig mensen het?
Onbekend maakt onbemind
Om met het laatste te beginnen: de meeste mensen doen gewoon wat de meeste mensen doen. Men wil niet graag “vreemd” gevonden worden, een buitenbeentje zijn of raar aangekeken worden. En als de professionals elke keer opnieuw de grond omkeren met hun enorme en peperdure machines, dan zal dat toch niet voor niks zijn. Bovendien zijn er voldoende verenigingen die voorschrijven dat de tuin moet worden schoon gehouden en “voor de winter zwart moet zijn”. We willen vooral dat de tuin er netjes uitziet.
Ploegen; de ultieme omkering van bodemlagen ⇒
We zijn gewend aan deze manier van tuinieren, met grondbewerkingen als spitten, ploegen en frezen, eindeloos schoffelen en wieden, omdat dit de manier is waarop het wordt gedaan. We zijn er zogezegd mee opgegroeid, en “iedereen doet het zo”.
Maar eigenlijk is het vreemd, of op zijn minst onnatuurlijk. Ga maar eens kijken in de natuur; je zult nergens onbegroeide grond vinden. Zodra er ergens grond is blootgelegd, zal de natuur alles in het werk stellen om die grond zo snel mogelijk weer bedekt te krijgen en binnen de kortste keren staat er een flinke bos “onkruid” te groeien op een plek waar een week daarvoor de grond nog zwart was. En de natuur heeft ook geen grofstoffelijk “grond-omkeer-mechanisme”, dierlijk of anderszins, in gebruik waardoor elk jaar alles wat bovengronds staat ineens eronder wordt gewerkt en de grond a.h.w. gereset wordt tot een kale bodem waar alle lagen in de bovenste 30-40cm omgekeerd worden.
⇐ Natuur: geen stukje grond blijft onbedekt
Erosie is de grote vijand
We weten dat onbedekte grond erodeert: wind, zon en water hebben er vrij spel en dat heeft enorme gevolgen voor de teeltkwaliteit van de bodem, want de vruchtbare toplaag krijgt het het hardst te verduren. Weggespoelde toplaag ⇒
De meedogenloze zon droogt de bodem uit, waarna de wind de afzonderlijke gronddeeltjes wegblaast, of hevige regenbuien spoelen de toplaag mee de afwateringssloten, kanalen en rivieren in, slaan de bodem dicht en maken de structuur kapot en de bodem zuurstofloos. Met als ultieme eindresultaat een gebied waar geen enkel organisch materiaal meer in de bodem aanwezig is en niets meer groeien wil: een woestijn. In de USA kunnen ze een woordje meespreken over erosie, want in de jaren ‘30 van de vorige eeuw ontstond daar de beruchte “Dust bowl”.
Doordat in het decennium ervoor veel boeren besloten hadden “waardeloos” grasland door diepploegen om te vormen tot “gecultiveerde grond” werden enorme oppervlakken (samen ± 400.000km2) van hun begoeiïng ontdaan en volledig blootgesteld aan de elementen. In de droogteperiode die erop volgde ontstonden de stofstormen in het gebied, die soms meer dan 75% van de totale teeltlaag wegbliezen, en tot op heden zijn die bodems niet hersteld van de kaalslag.
⇐ Stofstorm in Texas, 1935
En als er al geen erosie van betekenis plaatsvindt, dan heeft toch in elk geval het bodemleven het heel erg moeilijk. En dat bodemleven vormt de humusfabriek, de combinatie van levensvormen die organisch materiaal afbreken en de bodem inwerken en zo het humuscomplex vormen die de vruchtbaarheid en de vochthuishouding van de bodem reguleren. Dus geen wonder dat Moeder Natuur haar bodem niet onbedekt wil zien.
Waarom doen we al dat werk eigenlijk?
Maar alle bodemverarming ter zijde; is al die grondbewerking werkelijk nodig? Want in de natuur groeit alles uitbundig zonder al die grootschalige grondbewerkingen. Het pakket bladeren dat elk jaar in het bos valt, komt gewoon op de bodem te liggen en er is dan geen evenement waarbij dat hele pak ineens de bodem ingedraaid wordt zodat de bodem weer schoon en netjes is. Maar in het voorjaar is al dat blad wel “ineens” weg. Voor andere landschappen geldt hetzelfde. En toch zijn natuurlijke bodems heel vruchtbaar en groeit er van alles in overvloed.
Het geheim zit hem in de gesloten kringloop: in de natuur wordt niets verspild, alles komt weer terug. Alles wat uit de bodem voortkomt, zal er uiteindelijk weer in terugkeren.
En de manier waarop het erin komt, is via het bodemleven. De verzameling schimmels, bacteriën, insecten en kleine diertjes waarbij elk organisme zijn specifieke rol vervult in de afbraak van dood organisch materiaal tot iets wat weer verder kan worden afgebroken door een volgend organisme, net zolang tot de afzonderlijke bouwstenen weer beschikbaar zijn om een nieuwe kringloop van ontstaan, groei, bloei, verval en dood te starten.
De bodemlagen moeten op hun plek blijven
Dat bodemleven leeft in specifieke milieu’s: sommige leven vlak onder de oppervlakte, anderen zitten dieper in de grond. Sommige hebben zuurstof nodig, andere juist weer niet. Sommige zijn temperatuurafhankelijk en daardoor seizoensafhankelijk, andere werken jaarrond.
Maar ze hebben allemaal hun eigen niche, hun eigen plekje in de bodem, en alleen dáár, op dat plekje (en onder de juiste omstandigheden qua zuurstof, temperatuur en vochtigheid) functioneren ze naar behoren.
Wat wij nu doen met onze grondbewerkingen is dat we die hele gemeenschap van op elkaar aansluitende recyclingspecialisten met allemaal hun eigen specifieke locatie, compleet overhoop en door elkaar heen gooien en voor een deel ook nog in stukjes hakken. Op die manier hebben we dus niet alleen de bodem, maar de complete leefgemeenschap verstoord. En uiteindelijk, na een aantal weken tot maanden, hersteld zich dat wel weer, want de natuur is (gelukkig) enorm veerkrachtig, maar we hebben onszelf, of beter: onze tuin, wel op een flinke achterstand gezet.
Verstoring geeft achterstand
Want we gaan nu zaaien of planten in een bodem die volledig verstoord is en waarin in eerste instantie niets nog werkt zoals het hoort. Dus onze jonge planten moeten gaan groeien in een bodem waarin complete chaos heerst. In plaats van te kunnen aansluiten op een soepel werkend, vlot systeem waarin vraag en aanbod van voedingsstoffen efficiënt kan worden afgehandeld, staan ze nu in een substraat vol dode en stervende organismen en is er helemaal geen uitwisseling van voedingsstoffen mogelijk want in eerste instantie is het “iedereen voor zichzelf” en probeert elk organisme weer te komen waar het hoort te bestaan en normaal kan functioneren.
Daardoor moeten onze plantjes het ook maar zelf uitzoeken en als een gek een wortelnetwerk maken om te proberen al die verschillende stoffen te vinden die nodig zijn om door de diverse groeifasen heen te komen. En dat komt de bovengrondse groei, waar wij met name in geïnteresseerd zijn, niet ten goede.
De planten redden het wel hoor. Dat weten we uit ervaring. Maar het zou een stuk makkelijker en sneller gaan wanneer we ze niet eerst op achterstand gezet hadden. En waarom eigenlijk?
Waarom keren we die grondlagen om? Daar worden meerdere redenen voor aangedragen. Doorgaans is de eerste om de grond “winterklaar” te maken, zodat bijvoorbeeld zware klei kan stukvriezen om in het voorjaar kruimelig en goed bewerkbaar te zijn.
⇐ Spitten; de klassieke “keer-alle-lagen-om” methode
Of in het voorjaar om de grond “schoon” te maken, d.w.z. vrij van onkruiden, en tegelijk bewerkbaar en los, zodat we ons zaai- en plantwerk makkelijk kunnen uitvoeren en zodat er “lucht in de bodem kan”, want dat is ook erg belangrijk, zo is ons geleerd.
Een tweede reden is om mest, compost, groenbemester e.d. “onder te werken”, zodat het onder de grond kan (feitelijk: moet) verteren en zo voeding voor de planten vormt.
Grond losmaken met de woelvork ⇒
Een derde reden is om de afwatering van zware gronden te verbeteren, want die slaan vaak dicht en komen dan, bij flinke regenval, onder water te staan.
De voordelen van bodembewerking zijn van korte duur
Maar de ervaring leert ook, dat al die voordelen waar we zo hard voor werken en onze rug mee overbelasten, maar van zeer tijdelijke aard zijn.
Die grond die we voor de winter gespit hadden, ligt na een natte winter als een vlakke, dichte cementplaat op ons te wachten. Bikkelhard, niet in te zaaien of te planten, en volledig dichtgeslagen.
Dus in het voorjaar nog maar eens omspitten dan. Kunnen we gelijk al die onkruiden eruit trekken zodat we niet alleen losse grond, maar ook gelijk een schone tuin krijgen. Want schoon, kaal en netjes, dat is immers precies hoe de natuur het doet, toch?
⇐ Dichtgeslagen bodem
Maar eenmaal geschoond, blijkt dat er voortdurend “nieuwe” onkruiden de kop opsteken, waardoor we de rest van het jaar onszelf bezig houden met schoffelen en wieden.
En die losse luchtigheid van de grond dan? Zolang we maar vooral niet op de tuin lopen, houdt dat wel enige tijd stand. Maar een flinke regenbui spoelt de losgemaakte gronddeeltjes algauw weer tegen elkaar aan, waardoor de boel weer verdicht, de doorlaatbaarheid sterk terugloopt en de zaak opnieuw “belucht” moet worden, door er bijvoorbeeld met een spitvork of woelvork in te steken en die heen en weer te bewegen.
Grond “beluchten” met een spitvork ⇒
En mest, compost of groenbemester IN de grond brengen is ook al niet de manier waarop de natuur het doet; die gooit alles OP de grond en laat het bodemleven de rest doen.
Iedereen die ooit eens flink wat verse mest heeft ondergespit om de grond te “verbeteren” zal bij het spitten het jaar erop gemerkt hebben dat de grond vol zat met onverteerde mestkluiten; het materiaal kan zo niet verteren.
Want mest, compost en groenbemesters zijn helemaal geen voeding voor de planten. Het vormt voeding voor het bodemleven, wat voor de afbraak ervan zorgt en een deel van die afbraakproducten is uiteindelijk voeding voor de planten. Dat bodemleven hebben we met al ons werk zorgvuldig verstoord en beschadigd en daarbij materialen op een plek gebracht waar ze niet horen en niet naar behoren kunnen worden verwerkt.
Dus waarom halen we onszelf elke keer al dat werk op de hals? Want het kan ook anders. Wat houdt dat “niet spitten” dan precies in?
Feitelijk precies dat: niet spitten, en ook geen andere grondkerende of verstorende bewerkingen uitvoeren. De eerste reactie is dan doorgaans “Zo simpel kan het niet zijn”, gevolgd door “Als het echt zo simpel was, deed iedereen het” en daarna “Dus dan heb je altijd een tuin vol onkruid” waarbij men dan ook vaak gelijk een beeld heeft van een compleet overgroeide tuin waarin een langharige hippie met baard in een gebreide restjestrui en op sandalen omringd wordt door bossen brandnetels, distels en zuring.
En dat kan. Maar zo hoeft het helemaal niet te zijn. Want hoe werkt de natuur? Alles gaat in kringlopen. Alles heeft zijn plaats en functie. Alles is met elkaar verweven en afhankelijk van elkaar. Alles wat leeft, sterft, en keert uiteindelijk weer terug in een kringloop.
Wat willen we eigenlijk echt?
Wat willen wij als tuinders? We willen we onze gewassen telen zodat we gezond voedsel kunnen oogsten. We willen inzicht en overzicht in de tuin, m.a.w. geen onkruiden die overal tussen, naast en overheen groeien. We willen vruchtbare, gezonde grond met een goede waterhuishouding waardoor er weinig last van ziekten en plagen is, geen wateroverlast in natte tijden en we niet eindeloos moeten gieten in droge tijden. En we willen dat toch eigenlijk met zo min mogelijk inspanning doen, dus weinig wieden, weinig watergeven, weinig schoffelen en als het even kan ook niet spitten. Er zullen best tuinders zijn die het heerlijk vinden om te spitten en die wieden echt een fantastische bezigheid vinden, maar de meesten van ons zullen er geen traan om laten als ze het nooit meer zouden hoeven te doen.
We willen eigenlijk zaaien, planten en oogsten en ook nog wel wat aanbinden en snoeien en leiden en zo. Voor de rest eigenlijk niet teveel inspannend werk, want een tuin is toch ook vooral om te ontspannen.
Het kan ook anders
Dus hoe werkt dat No dig dan? Want als je niet ploegt, spit of freest, dan kom je binnen de kortste keren om in de omkruiden. Toch? Iedereen die na een paar weken vakantie terugkwam bij een moestuin die hij voor zijn vertrek schoon had achtergelaten, kan daarover meepraten.
Er zijn een paar principes die ten grondslag liggen aan de No dig-methode. Dit zijn:
- de bodembewerking wordt volledig overgelaten aan de bodemorganismen, dus de grond wordt zo min mogelijk bewerkt
- er is een permanente bodembedekking van organisch materiaal aanwezig om de onderliggende onkruidzaden uit te sluiten van licht, het bodemleven te voeden, het humuscomplex uit te bouwen en in te zaaien en planten
- paden tussen de bedden worden eveneens permanent afgedekt gehouden met een laag traagverterend organisch materiaal
Geef toe: niet bepaald spectaculair. Dus wat houdt het in de praktijk in en hoe stap je over?
De overstap
Als voorbereiding steek je meerjarige onkruiden zoals zuring, haagwinde, distels en paardenbloem uit. Hiervoor zijn diverse handige hulpmiddelen te koop; Fiskars heeft een heel goed werkende paardenbloemenuitsteker en ook de Jakobskruiskruidvork werkt heel goed, maar een gewone spitvork werkt uiteraard ook. Doe dit wel bij goed vochtige bodem, want in droge grond breken de penwortels af en die zullen later opnieuw uitlopen. Maai vervolgens de resterende groenmassa kort af en laat alle maaisel ter plekke liggen.
Nu heb je de keuze uit 2 methoden, en de keuze is afhankelijk van hoeveel compost je ter beschikking hebt in relatie tot hoe groot de oppervlakte is die je wilt converteren.
Haagwinde tussen maïsplanten ⇒
Methode 1, weinig compost:
Breng nu een laag compost aan met een dikte van 6 tot 8 cm en dek het geheel af met een stevige, lichtdichte kunststof folie. Voor de korte termijn (tot 2 maanden) kan landbouwfolie of een andere gesloten folie goed dienst doen, voor de langere termijn, wanneer bijv. een bed heel vroeg in het jaar wordt opgestart, is anti-worteldoek beter. Vanwege de wachttijd hoeft deze compost niet uitgerijpt te zijn.
Pompoenen geplant door folie over compost direct op grasland ⇒
Wanneer de planttijd is aangebroken en het bed voldoende is opgewarmd worden er openingen in de folie gemaakt en pompoenplanten door de folie in de compostlaag geplant. Wanneer de pompoenen geoogst zijn en de planten afgevoerd naar de composthoop wordt de folie verwijderd en het bed geschoond van eventuele hergroeiende, sterk verzwakte onkruiden. De winterteelten kunnen nu geplant worden en volgend voorjaar, na afoogsten van de winterteelten dient de compostlaag te worden aangevuld.
Methode 1, weinig compost, met aanloopperiode:
Wanneer al vroeg in het jaar (zeg februari) duidelijk is welk deel van de tuin gebruikt zal worden voor de conversie, kan dat deel al gelijk afgedekt worden met anti-worteldoek. Wanneer de compost beschikbaar is en de planttijd nadert (eind april, begin mei) wordt de folie verwijderd, de compost ter plekke opgebracht en de folie teruggeplaatst. Verder als hierboven.
Methode 2, veel compost:
Leg bruin golfkarton, ontdaan van alle plastic tape, stickers, nieten en andere rommel, op de grond en zorg ervoor dat de delen elkaar goed overlappen zodat er geen licht meer bij de onderliggende grond kan komen. Maak het geheel goed nat. Echt doorweekt nat. De bodemorganismen (met name wormen) zullen zich tegoed doen aan dit karton en het uiteindelijk volledig in de bodem doen opnemen, maar in eerste instantie vormt het een goede lichtafsluitende (maar water doorlatende!) barrière om de onkruidlaag op het maaiveld mee te verstikken. Ook al dat afstervende onkruid zal door het bodemleven in humus worden omgezet.
⇐ Karton op de paden, compost rechtstreeks op het gras in de bedden
Breng hierop een flinke laag uitgerijpte compost aan op de plek waar de bedden komen. En we hebben het echt over een flinke laag, want omdat de bodem nog (nagenoeg) geen humus bevat moet dit eerst opgestart worden. We hebben het hier over een laagdikte van 15-20cm. Alles wat je nu, in de opstartfase, minder gebruikt, gaat je meer jaren kosten om alsnog op het punt te komen waarop het systeem goed werkt. Dus beter beginnen met minder bedden, maar met een goede laagdikte, dan ineens de hele tuin willen doen met een dun laagje. Een tussenvorm is nog om voor de onderste helft schone grond op te brengen en de bovenste helft compost, zodat wel de totale laagdikte gehaald wordt, maar zoals gezegd, de opbouw van het humuscomplex gaat dan meer tijd kosten.
Om de bedden beter hun vorm te laten behouden kan het handig zijn om ze eerst uit te zetten m.b.v. planken, dus door lage bakken te maken die de compost op zijn plek houden. Dit hoeft geen permanente constructie te zijn: doorgaans zijn de bedden na een jaar of drie dusdanig gevormd dat ze de planken niet meer nodig hebben, dus heel duurzaam materiaal in niet nodig; planken van pallethout bijv. volstaan. Wil je juist wel met permanente bakken werken dan kies je best geïmpregneerd hout wat je dan aan de binnenzijde (de bedkant) afwerkt met een laag DPC folie o.i.d. om contact tussen het hout en het teeltbed te voorkomen.
Deze bakken hoeven niet in de grond geankerd te zijn, want eenmaal gevuld gaan ze nergens meer naar toe. Je kunt ze dus simpelweg op het karton plaatsen waar je ze wilt hebben en ermee schuiven tot je tevreden bent met de opstelling. En later alsnog veranderen is hierdoor ook een stuk simpeler.
Een goede uitgangsmaat voor de bedden is 120 x 240cm. Langer kan, maar breder is niet praktisch omdat je dan vanuit de kanten het midden niet meer goed kunt bereiken.
Bedek het karton op de plek van de paden met een laag groenhaksel en/of houtsnippers, zo’n 3 tot 5cm dik. Als alternatief, bijv. omdat je niet aan genoeg groenhaksel of houtsnippers kunt komen, kan je de paden ook laten vergrassen. Zorg er bij het maaien wel voor dat je het maaisel laat liggen, want hierdoor verrijkt de bodem en dat is wat gras wil, terwijl de meeste onkruiden juist graag op een schrale(re) bodem groeien.
Vul na het eerste jaar elk jaar de compost op de bedden aan met een laag compost van 3 tot 5cm dik en breng zonodig weer wat haksel/houtsnippers op de paden om ze goed bedekt te houden.
1x per jaar onderhoud: nieuwe compost opbrengen in de winter ⇒
Wie geen karton kan of wil gebruiken, kan in plaats daarvan ook anti-worteldoek gebruiken, maar alleen onder de paden. Onder de bedden dient direct en volledig contact met de bodem te bestaan, anders kan het humuscomplex zich niet naar behoren vormen.
Gebruik geen landbouwfolie of ander plastic, want dat is niet waterdoorlatend en je wilt niet dat na een flinke bui al je paden in sloten zijn veranderd. Bovendien verstikt ondoorlatend plastic de bodem, en we proberen het bodemleven te stimuleren, niet om zeep te helpen.
Bij methode 2 kan er na het eerste opzetten en compost opbrengen direct (echt letterlijk dezelfde dag) in de bedden gezaaid en geplant worden, vooropgesteld dat er volledig uitgerijpte compost is gebruikt. Zoniet, dan de zaak eerst een aantal weken laten liggen om de compost gelegenheid te geven het rijpingsproces te voltooien.
⇑ Planten in compost, houtsnippers op de paden
Niet gelijk onkruidvrij
Uiteraard zullen er in het eerste jaar nog onkruiden de kop opsteken. Deels uit de ondergrond zoals zuring, haagwinde en paardebloem die over het hoofd gezien waren of afgebroken stukken penwortel die hergroei gaven, deels door onkruidzaden in de compost die niet werden verteerd, deels door nieuwe zaden via vogels en ander gedierte. Maar je zult merken dat deze onkruiden heel gemakkelijk te wieden zijn door de rulle, losse ondergrond en dat het er gaandeweg minder en minder worden.
Veldzuring ⇒
Waarom er bij tuinieren met veel grondbewerking telkens zoveel onkruid terugkomt is omdat de natuur geen kale grond wil (bij No dig is de grond permanent bedekt met een mulchlaag van compost op de bedden en houtsnippers op de paden) en bij het keren van de grondlagen komen er voortdurend nieuwe onkruidzaden in het kiembereik te liggen.
Door de grond bedekt te houden en daardoor de onderlaag van licht uit te sluiten en de bodem niet te verstoren, komt er (eindelijk!) een einde aan de onkruidzaden die zich in het kiembereik bevinden. Is die hoeveelheid eenmaal verbruikt, dan krijg je alleen nog maar te maken met wat er je tuin inwaait of door andere oorzaken (onder je zolen, hangend aan je kleding) je tuin inkomt.
De hoeveelheid wiedwerk zal dus dramatisch afnemen, grondbewerking is niet meer nodig, ingewikkelde bemestingsschema’s zijn niet meer nodig (alles gaat via de compost) en er is maar 1x per jaar aanvulling nodig om het volledige jaar daarop meerdere opeenvolgende teelten te kunnen uitvoeren.
Beluchten is ook onnodig
Zelfs beluchten met een spitriek is niet nodig, want de ontelbare kanaaltjes van groot tot klein die het bodemleven in de bodem maakt, geeft een doorlaatbaarheid voor lucht en water die wij nooit kunnen benaderen. En daarbij kan je dan ook nog gewoon lopen op de bedden zonder gevaar om de grond te compacten, want de bodem is weliswaar goed doorlaatbaar, maar wel stevig. Alles zit op zijn plaats, en de door schimmels aangemaakte “bodemlijm” (glomaline) waarmee de gronddeeltjes bij elkaar worden gehouden tot een zgn. bodemaggregaat maken het geheel dusdanig stevig dat je erop kunt lopen zonder gevaar alles dicht te drukken. Het is deze bodemstructuur die wij zelf nooit kunnen maken, alleen verstoren.
Minder werk, dus minder opbrengst?
Oh ja; we hebben het nog niet over opbrengsten gehad. Daar wordt al meer dan 10 jaar onderzoek naar gedaan. Hierbij worden even grote teeltbedden, pal naast elkaar in dezelfde tuin, elk jaar bemest met gelijke hoeveelheden van dezelfde compost en beplant met gelijke aantallen van dezelfde groenten, waarbij na de oogst de opbrengsten worden gewogen. Het enige verschil is de methode; No dig met compost gewoon verspreid over het bed versus conventioneel spitten en inwerken.
En er blijkt inderdaad verschil in de opbrengst te zijn, al zijn de verschillen op zich niet opzienbarend groot. Maar toch: 5 tot 10 procent hogere opbrengsten met No dig is de moeite, vooral wanneer je je realiseert hoeveel moeite je achterwege kunt laten om méér te oogsten!
De voordelen van geen bodembewerking zijn van lange duur
De grond wordt duurzaam belucht, de afwatering verbetert, het vochtvasthoudend vermogen neemt toe; er ontstaat blijvend structuur in de bodem en de grond wordt stevig. Planten houden van stevige grond; losse grond kan weinig water vasthouden en geeft geen steun waardoor planten omvallen.
- Het evenwicht en het voedselnetwerk in de bodem worden niet verstoord maar juist versterkt.
- Er ontstaat geleidelijke groei met sterke, weerbare planten.
- Er treden minder ziekten en plagen op, waardoor er minder planten met gebreken ontstaan.
- De uitspoeling van voedingsstoffen is nihil.
- Er is geen kans op overbemesting.
- Er is geen noodzaak om rekening te houden met de voedingsbehoefte van verschillende gewassen; de planten regelen dat zelf via het bodemleven.
- De benodigde voedingsstoffen zijn beschikbaar wanneer en in de mate waarin ze noodzakelijk zijn.
- Er zijn verschillende teelten direct na elkaar mogelijk zonder verdere aanpassing van de teeltbedden.
- Onkruidgroei wordt minimaal en simpel beheersbaar; het onkruid wat wel groeit is makkelijk te verwijderen.
- Het levert meer opbrengst bij minder inspanning.
- Het kost minder tijd.
Dus: klaar om de spade wat rust te gunnen? Begin dan eens met 1 bed. Volg de stappen voor transitie nauwgezet en ervaar de voordelen zelf.
Bronnen:
How to create a new vegetable garden – Charles Dowding, Green Books, 2015
Organic gardening, the natural no-dig way – Charles Dowding, Green Books, 2014
Gardening myths and misconceptions – Charles Dowding, Green Books, 2014
Teaming with nutrients: The organic gardeners guide to optimising plant nutrition – Jeff Lowenfells, Timber Press, 2013
The Rodale Book of Composting, New, revised edition – Deborah L. Martin and Grace Gershuny, Rodale Press, 1992
Site van Charles Dowding over No Dig en composteren (Engelstalig): https://www.charlesdowding.co.uk/
Blog van Frank Anrijs, Project Yggdrasil over natuurlijk moestuinieren (Vlaamstalig): http://blog.natuurlijkemoestuin.be/
No dig explained – Charles Dowding – filmpje van 18 minuten over het hoe en waarom en de voordelen van ‘No dig” (Engelstalig): https://www.youtube.com/watch?v=NE6aVGnBDYs
Create a no dig bed, compost on weeds – Charles Dowding – filmpje van 10 minuten waarin een simpel “No dig” verhoogd bed wordt gemaakt, gevuld en direct in gebruik genomen, op een ondergrond van grasland, inclusief het tonen van de groei van de gewassen. (Engelstalig): https://www.youtube.com/watch?v=OIojWdJz0RE
Visualising soil properties – Surface cover and runoff – filmpje van 3 minuten over het verschil in afspoeling en penetratie door regenwater op kale grond en op grond met begroeiïng (Engelstalig): https://www.youtube.com/watch?v=N6gA8lVuXpY
Soil slake and infiltration test – Ray Archuleta – filmpje van 7 minuten over het verschil in vochthoudend vermogen en bodemstructuur tussen bewerkte en onbewerkte grond (Engelstalig): https://www.youtube.com/watch?v=cx_hmse9Se8
Artikel: Jan Altink.