Mest, wat moet je ermee?
– Klik op een afbeelding voor een vergroting (indien beschikbaar) –
Mest. Het min-of-meer vaste uitscheidingsproduct van dieren, inclusief onszelf. We weten al duizenden jaren dat het gebruikt kan worden om de vruchtbaarheid van de bodem te verhogen of te herstellen, en dat doen we dan ook al sinds we als soort van jager/verzamelaar naar een meer agrarische levensstijl overgingen. Maar doen we dat (en deden we dat) wel altijd op de juiste manier? En wat is die juiste manier?
Laten we om te beginnen eens kijken naar de overeenkomsten en verschillen tussen natuurlijke mest en kunstmest:
Kunstmest: bevat synthetisch vervaardigde mineralen (de bekende N+P+K oftewel stikstof, fosfor en kalium) die in een bepaalde onderlinge verhouding gemengd zijn en wateroplosbaar zijn, om ze direct ter beschikking te hebben voor de plant. Het is daarom essentieel dat ze zich in de wortelzone van de plant (blijven) bevinden. Het product bevat doorgaans geen andere voedingsstoffen en is geen structuurverbeteraar, eerder het tegendeel. Hoewel de conventionele* landbouw nog steeds vasthoudt aan deze 3 ‘essentiële’ voedingsstoffen en het met tonnen tegelijk toedient, is men er in alternatieve kringen wel van overtuigd dat er tenminste 18 stoffen essentieel zijn, terwijl de wetenschap al van meer dan 40 uitgaat. Wanneer je dus alleen maar naar NPK-waarden kijkt, mis je een groot deel van het plaatje.
* voor de duidelijkheid: deze term wordt gebruikt voor de landbouw die zich van kunstmest en pesticiden e.d. voorziet. De traditionele landbouw die de mens al duizenden jaren heeft gepraktizeerd wordt tegenwoordig als ‘alternatief’ aangeduid.
⇐ Pluimveemest zoals van kippen en duiven is zeer ‘scherp’ (bevat veel stikstof) en moet daarom altijd gecomposteerd worden voor gebruik
Natuurlijke mest: bevat eveneens mineralen waaronder de genoemde N+P+K, zij het in veel kleinere hoeveelheden dan kunstmest, maar bevat daarnaast nog een hele sliert aan andere voedingsstoffen en is wèl een structuurverbeteraar. De hoeveelheden van de verschillende voedingsstoffen zijn afhankelijk van het soort dier dat het voortbracht en diens dieet, en ook de staat waarin het verkeert en de ouderdom.
Met dat laatste punt komen we bij een belangrijk onderscheid wat wij als tuinders absoluut goed moeten begrijpen: de voedingsstoffen in verse mest zijn (net als bij kunstmest) wateroplosbaar en spoelen dus uit, terwijl de voedingsstoffen in oude mest doorgaans al zijn uitgespoeld, waardoor de materie weinig tot geen voeding meer bevat en het feitelijk alleen nog maar een structuurverbeteraar is.
Mest die onafgedekt buiten ligt spoelt uit ⇒
Daarentegen zijn de voedingsstoffen in gecomposteerde mest vastgelegd doordat ze zijn omgezet in een niet-wateroplosbare vorm, waardoor ze niet meer kunnen uitspoelen. Zij moeten eerst door het bodemleven weer in een voor de plant opneembare vorm worden omgezet.
Direct of indirect
⇐ De bekende koeienvlaai is een tamelijk natte mest
Wat houdt dat in de praktijk in? Inmiddels zou elke serieuze tuinder wel moeten weten dat het rechtstreeks voeden van planten (dus via wateroplosbare voedingsstoffen) een slechte zaak is. Allereerst omdat veel ervan uitspoelt naar het bodemwater waar het een bron van verontreiniging is en in waterlopen en rivieren zorgt voor overmatige alggroei en afsterven van waterleven. Daarnaast omdat het doorgaans ‘teveel van het goede’ is en zorgt voor het ‘verbranden’ van plantenwortels en een geforceerde groei in de vorm van uitgerekte cellen. Want vanwege al die snel opneembare zouten nemen de planten ook meer water op om een osmotische balans te vinden waardoor de cellen opzwellen en uittrekken, wat de celwand dunner maakt. Dat jaagt de planten op en zorgt voor een slungelige groei, waardoor de planten fysieke stevigheid missen en gevoeliger zijn voor windschade maar ook algeheel zwakker, waardoor ze een instant prooi voor vele plaaginsecten en aandoeningen vormen.
Vers is niet altijd de beste keuze
Hieruit blijkt al dat verse mest op de moestuin niet verstandig is. De uitzondering is dat wanneer er in het najaar bedden vrij komen die pas weer volgend voorjaar gebruikt zullen gaan worden, die bedden na het afoogsten bedekt kunnen worden met een dunne laag strorijke paardenmest. Dat kan dan gedurende het late najaar, de winter en het vroege voorjaar de bedden bedekt houden en beschermen tegen erosie, aan het oppervlak vergaan en bijdragen aan de verbetering van de oppervlaktestructuur van die bedden. Maar de niet door compostering vastgelegde voedingsstoffen spoelen wèl uit en/of verlaten in gasvorm (ammoniak) de mest en zijn dus niet meer beschikbaar voor de planten. Het is een goede manier om de bedden te beschermen tegen de erosie door zon, regen en wind en het helpt de structuur te verbeteren, maar het brengt geen (of nauwelijks) voeding aan.
Mest die afgedekt ligt spoelt niet uit en houdt
de voedingsstoffen erin vast ⇒
Tuinders die gewend zijn om in de winter een flinke laag verse mest op de tuin te brengen, zorgen er in feite voor dat de daarin aanwezige voedingsstoffen niet meer aanwezig zijn tegen de tijd dat ze in het voorjaar de nieuwe teelten starten, terwijl het bodemleven dat juist doorspoeld is met al die voedingsstoffen er een gevoelige klap van heeft gekregen en in het voorjaar nog moet herstellen, terwijl een gezond en aktief bodemleven dan juist heel hard nodig is om de planten van voeding te voorzien.
Ook het vormen van een grote mesthoop en die vervolgens onafgedekt laten liggen om zo te composteren werkt niet, omdat ook dan de meeste voedingsstoffen uitspoelen en/of uitdampen. Het vergaat wel, maar het composteert niet, want bij compostering worden die voedingsstoffen omgezet in een niet- wateroplosbare vorm die dus niet kan uitspoelen. Om mest te laten composteren dient de hoop te worden afgedekt, liefst met compostdoek zoals TopTex wat een ademend product is en waterdamp (van binnen naar buiten) doorlaat, maar vloeibaar water (regen) van buiten naar binnen tegenhoudt. Door ervoor te zorgen dat regenwater niet door de hoop heen, maar er over- en omheen gaat, spoelen de voedingsstoffen niet uit en kunnen ze tijdens het omzettingsproces van mest naar compost worden vastgelegd in niet-wateroplosbare vorm. Bovendien droogt de hoop niet uit doordat ook de zon wordt afgeschermd.
⇐ Compost dient beschermd te worden tegen uitdroging en doorspoeling
Wat niet moet
Wat je in elk geval niet dient te doen, of het nou om verse mest, oude mest of gecomposteerde mest gaat, is het spul inwerken in de bodem. Onderspitten is daarbij zo’n beetje het slechtste wat je doen kunt. Niet alleen verstoor je door het spitten de laagopbouw van de bodem en al het bodemleven daarin, maar je brengt ook materiaal op een plaats in de bodem waar de natuurlijke organismen niet zijn ingesteld op de verwerking ervan.
In de natuur vallen alle organische materialen (mest, bladeren, omgewaaide bomen, dode dieren) OP de bodem, en een hele reeks verschillende organismen van groot tot klein werken het dode materiaal in zorgvuldig op elkaar aansluitende stadia van vertering de bodem IN.
Wormen behoren tot de grote, met het blote oog zichtbare leden van het team van recyclers ⇒
Belangrijk daarbij is om te begrijpen dat het materiaal al die opeenvolgende omzettingen in de juiste volgorde moet ondergaan voordat het uiteindelijk in de bodem terechtkomt en daar weer verder wordt verwerkt. We kunnen dus niet even een aantal stappen overslaan door de materie in zijn ruwe vorm ‘alvast’ in de wortelzone te brengen, zoals zovaak wordt aangeraden. Die aanname gaat er vanuit dat we de voedingsstofen dáár moeten brengen waar de plant ze kan opnemen: bij de wortels. Maar die aanname gaat scheef op twee punten:
⇐ Mestkevers, de ’tanks’ van het bodemleven
1) we moeten de planten niet rechtstreeks willen voeden, zoals eerder uitgelegd, en
2) het materiaal dient eerst op de juiste manier en in de goede volgorde verteerd te zijn en dat gebeurt voor het overgrote deel niet onder de grond, simpelweg omdat de daarvoor benodigde organismen daar niet leven. Iedereen die wel eens een flinke hoeveelheid mest heeft ondergewerkt zal het jaar erop bij de volgende spitbeurt gemerkt hebben dat veel ervan (zoniet het meeste) nog als onverteerde klonten mest in de bodem aanwezig was. Alleen wat hoog genoeg zat (dus dicht onder het oppervlak) is daadwerkelijk omgezet en verteerd.
Wat wel moet
In plaats van de planten moeten we het bodemleven voeden. Dat maakt de voedingsstoffen vrij naar de behoeften van de plant en in de hoeveelheden die de plant wenst en aankan. Het principe is simpel en vormt een korte kringloop: de tuinder voedt het bodemleven, het bodemleven voedt de planten, de planten voeden de tuinder.
Pissebedden op het skelet van een amfibie ⇒
De planten bieden via uitscheidingsproducten van hun wortels allerlei stoffen aan die het bodemleven nodig heeft (zoals suikers) en in ruil daarvoor stelt het bodemleven weer vrijgemaakte voedingsstoffen aan de plantenwortels beschikbaar.
Dus wat doe je met mest op de tuin? Kort en goed: composteren. Daardoor worden de voedingsstoffen zodanig vastgelegd dat ze niet meer kunnen uitspoelen wanneer de compost gebruikt wordt. Bovendien worden tijdens het composteringsproces ook zaken zoals medicatie (ontwormingsmiddelen, antibiotica) afgebroken en onwerkzaam gemaakt. Het spreekt voor zich dat zulke o.a. bacteriedodende producten bepaald niet bevorderlijk zijn voor een gezond bodemleven.
Wanneer de compost heet genoeg wordt (door regelmatig omzetten) zullen ook de in de mest aanwezige onkruidzaden worden gedood.
⇐ Ook springstaarten zijn belangrijke opruimers
Hou de samenstelling gevarieerd
Maak die compost liefst door de mest af te wisselen met zo gevarieerd mogelijk groenafval, want hoe diverser de samenstelling van de hoop, des te rijker zal de resulterende compost zijn. Zorg voor een correcte afdekking tegen uitspoelen en zet de hoop minimaal één keer volledig om, maar doe het liever vaker. Het versnelt het proces aanzienlijk en zorgt voor een betere vermenging van de materialen. De uitgebreide handleiding over hoe dat allemaal te doen vind je hier. En breng de uiteindelijke compost aan OP de bedden. Het bodemleven zal het voor je de bodem inwerken en de voedingsstoffen beschikbaar maken voor de planten die gedrongen en sterk zullen opgroeien terwijl de compost als mulchlaag de bodem beschermd tegen uitdroging en tegelijkertijd onkruidonderdukkend werkt.
Compost als voedings- en mulchlaag op de bedden ⇒
Dat zijn een boel voordelen voor weinig werk!
Artikel: Jan Altink